Ontslagrecht in Wet Werk en Zekerheid

HR Risico Management

WET WERK en ZEKERHEID per 1 juli 2015

Tot op heden had de werkgever twee routes om afscheid te nemen van een medewerker als het niet mogelijk was te schikken via een vaststellingsovereenkomst. Deze keuze was onafhankelijk van het motief voor ontslag. De werkgever kon kiezen tussen de route naar het UWV of de route naar de kantonrechter.

De nieuwe WET WERK EN ZEKERHEID geeft deze keuzevrijheid niet meer.

Vanaf 1 juli 2015 is de route afhankelijk van de reden voor ontslag:

Toestemming (ontslagvergunning) van het UWV (of een bij CAO ingestelde ontslagcommissie) is vereist bij de volgende gronden voor ontslag:

  1. a)  Vervallen van de arbeidsplaats wegens bedrijfseconomische omstandigheden
  2. b)  Langdurige arbeidsongeschiktheid

Ontbinding door de kantonrechter een ontslag op de volgende gronden:

  1. a)  Regelmatig ziekteverzuim
  2. b)  Disfunctioneren
  3. c)  Verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer
  4. d)  Werkweigering op grond van een ernstig gewetensbezwaar
  5. e)  Verstoorde arbeidsverhouding
  6. f)  Andere omstandigheden die maken dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan wordt verlangd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren (zoals detentie van de werknemer of het ontbreken van een tewerkstellingsvergunning)

Onderlinge beëindigingsovereenkomst

Blijft mogelijk als werkgever en werknemer er samen uitkomen. Dit kan alleen schriftelijk en de werknemer heeft een bedenktijd van 14 dagen.